Harrie’s Barre Bakkers Winter Wandeltocht
In de rij voor het bakkerscafé te wachten, besefte ik ineens dat ik bij de zesde editie pas voor de eerste keer meeliep. Nu hoor ik u denken: “Nu pas? Doe als Smalrug!” Ja, ik weet het, ik schaam me diep. Hoe kon ik de eerste vijf keer hebben overgeslagen? Afijn. In de rij staan om te beginnen is geen probleem. Zeker niet als je achterom kijkt en denkt: “Zo, er zijn zelfs mensen uit omliggende dorpen die speciaal naar Grijpskerk komen om een stukje door de kou te lopen.” Iedereen is goed ingepakt: sjaal om, handschoenen aan, wandelschoenen stevig gestrikt. RTV Noord maakt opnames voor Expeditie Groningen, en wat zie ik? “Kees heeft de stefels aan.” Ik hoor hem zeggen: “Ik heb twee nieuwe heupen.” Ik dacht: “Twee nije stefels zekers.” Kees gaat nog spijt krijgen van wandelen in stefels. Nee, ik ben blij dat ik mijn wandelschoenen aan heb.
Een stempel op mijn arm, en we konden vertrekken. Gelijk een grapje: “Je bent op 0 kilometer. Gefeliciteerd, je hebt het begin gehaald.” Na vijf keer niet alert geweest te zijn, vijf keer excuses bedacht om niet mee te lopen, en dan toch nog felicitaties ontvangen dat ik het begin heb gehaald! Fotootje van de tekst maken, handschoenen weer aan, en kom, we gaan...
Een korte rondleiding bij Oosterhof Holman en – het is wellicht heel simpel – maar ik kan gewoon genieten wanneer vrachtwagens keurig op een rij staan. Wat een uitstraling is dat zeg. Vervolgens door Auto Garage Oosterhof, waar Bert mij trakteert op een heerlijk stukje roggebrood. De Lageweg is gehuld in mist, wat meteen zorgt voor een mystieke sfeer.
Oege pronkt met zijn arrenslee, en Puck zorgt ervoor dat de camera er weer bij moet worden gehaald. Want wat een plaatje is dit. Kleine Brandon vraagt Oege voorzichtig: “Wat is dit hieronder?” En ik hoor Oege met plezier zeggen: “Daarmee kun je remmen in de sneeuw.” “Huh... in de sneeuw gleed je toch?” Het vervolg van het gesprek volg ik niet meer, want ja, je moet ook weer verder, hè. Het was trouwens maar goed dat ik even langer bij Oege bleef staan, want verderop zag ik Sietse en meer personeel van de bakkerij. Het leek erop dat er iets niet helemaal in orde was. “Sietse... wat is er aan de hand?” vraag ik een tikkeltje bezorgd. “Ach, een grapjas heeft een bordje omgedraaid en nu lopen ze het NAM-park in... terwijl ze gewoon rechtdoor moesten.” Ik zei tegen mijn collega: “Als die snellopers meer tijd hadden genomen om het arsenaal van Oege te bekijken, dan hadden ze niet om hoeven lopen.”
Op de kruising zie ik links mensen van Kommerzijl komen. Ze worden door RTV Noord opgewacht, en ik kom Brandon en Bianca weer tegen. Tegen Bianca bedenk ik een clichévraag: “Hoe vind jij het?” Ze lacht naar mij alsof ik een hele domme vraag stel, haar gezicht betrekt in serieuze plooi en zachtjes zegt ze: “Prachtig!”
Voor Niezijl door de weilanden, en we hoorden: “Och, we zijn twee kilometer de verkeerde kant op gestuurd... maar dat geeft niets. Het blijft mooi.” Hoorde ik Mettie zeggen. Vervolgens zei ze: “Je kunt beter dichter bij de sloot lopen, daar is de ondergrond iets harder.” “Ik durf niet, straks duw je mij erin.” “Dat was anders wel humor geweest.” In Niezijl brachten we een bezoek aan een oude kerk. De huidige eigenaar zie ik met een grote glimlach een praatje maken met de mensen. Ik ken de beste man niet, maar hoe ik ineens bedacht dat hij de eigenaar was, weet ik nog steeds niet. Na een kort gesprekje wist ik het echter zeker. De oude kerk zat vol mensen, allemaal met een lach op hun gezicht. Zelfs in de lange rij voor het toilet was het een belevenis op zich. Ook ik was toe aan een sanitaire stop. Dus, in de rij. Dat duurde een half uur, maar niemand klaagde. Sterker nog, het was gezellig in de rij staan tussen de dames. En wat er soms uitkwam... ik bespaar u de details.
In Niezijl had ik momenten dat ik dacht: “Ik ben hier nog nooit geweest.” Ilse en Nienke moesten lachen om mijn opmerking: “Nog nooit in deze straat gelopen, wat dom niet?” In het Blikmuseum tref ik eigenaar Heine. “Heine... ik schaam me diep.” Heine lacht naar mij en vraagt rustig: “Waarom, jong?” “Ik ben hier nog nooit geweest. Wat is het hier mooi, man.” Op de achtergrond hoor ik Piet en Geert zingen en Tine lacht vriendelijk naar mij. “Ik kom een keer weer, hoor.”
Naarmate ik verderloop door de mist realiseer ik me dat het prima wandelt. Hoezo “Barre”? Een barre tocht? Ik blijf denken: valt best mee. Voeten doen geen zeer; het is allemaal prima te doen. Boer Willem geef ik een hand en zeg: “Dit is best te doen.” Willem merkt op: “Het zwaarste gedeelte begint nu, jong.” Nog even met Ans babbelen en we gaan weer verder.
Ik hecht totaal geen waarde aan de woorden van Willem. We zijn over de helft; wat kan mij nog gebeuren? Nou, met de voeten door de klei werd het ineens wel lastig. Ik denk terug aan Kees, die man had een vooruitziende blik. Waarom heb ik geen stefels aan? Bij het spoor hoor ik de trein aankomen en... zit ik nou serieus een filmpje te maken van een Arriva-trein? Waarom doe ik dit? De trein, die heel spooky uit de mist tevoorschijn komt, zorgt wel voor een mystiek element. De hele tocht in de mist. Een lange sliert van tevreden mensen. Mijn eerste HBBWWT. Je doet gekke dingen: een selfie met een paard en plekken ontdekken waar je nog nooit bent geweest. Mijn collega Grietje merkt op: “Nou, jij komt toch uit deze omgeving?” “Jaja, ik weet het. Ik schaam me.” Vlieg je de hele wereld rond en mis je de parels uit je eigen omgeving.
Langs het Hoerediep zeg ik tegen Marijke: “Best wel een rare naam, hè?” Het heeft een totaal andere betekenis. Het stamt af van het Friese woord ‘hor’, wat betekent slijk of modderige diep. Nou, modderig was het zeker. Mijn broekspijpen en schoenen zien er niet meer uit. (Daar heeft Kees natuurlijk geen last van) Bij de laatste boerderij kom ik Bea tegen. Bea is druk in gesprek, en brutaal als ik ben stoor ik in het gesprek, pak haar bij de arm en zeg: “Geweldig!” Bea lacht en ze gaat snel door met haar gesprek.
Dan duikt uit de mist Grijpskerk weer op. Op de Stationsstraat tref ik Olav met zijn hondje. Hij lacht naar mij en zegt: “Jij bent goed bezig.” Voor de dorpskerk staat directeur Tinus met een brede glimlach mij op te vangen. Hij houdt de kerkdeur voor mij open en zegt: “Kom binnen, we hebben eigen gebrouwen bier in de kerk.”
Terug in het bakkerscafé zie ik Janieke druk aan het opruimen van wegwijsbordjes, ik maak er snel een foto van: “Ooh geen foto van maken dat is niet opgeruimd”. Zegt ze met een lach. Bert is ook aan het opruimen en ik steek even een duimpje omhoog naar hem: “Het was geweldig, jong.” Als ik terug naar huis loop, zie ik door de ramen een grote afbeelding van Harrie met een deegrol in de hand. Een foto van het herentoilet. Harrie lacht breed naar mij. De zevende editie? Daar zijn wij weer bij. Ik wil me niet nog een keer hoeven schamen dat ik zo’n geweldig evenement heb gemist. Dat gaat mij niet nog eens gebeuren. 17 januari 2026 staat nu al vast in de agenda. Familie Jager, bedankt, het was GEWELDIG!
KK
Dit portal is tot stand gekomen met dank aan Ondernemend Grijpskerk en Dorpsraad Grijpskerk